Hier kun je Fabio uit De Bondgenoten al van kennen
Fabio doet sinds kort mee aan het spelprogramma De Bondgenoten, maar dat is niet zijn debuut in de spotlights. Verre van zelfs. Hij was al eerder op tv te zien, en deed ook mee aan een andersoortige show. Welke? Dat lees je hieronder.
Fabio uit De Bondgenoten zat eerder in Lang Leve de Liefde
Cyclus 20 van De Bondgenoten ging op donderdag 10 juli officieel van start en dat betekende de entree van liefst zeven nieuwe deelnemers: Elvira, Marco, Marlène, Tom, Anne, Alexander én Fabio. Ook waren er een aantal andere veranderingen (er zijn nu vier teams van vijf personen en elk team start met 65 punten), maar daar focussen we ons vandaag niet op. We hebben het in dit artikel over Fabio.
Die zou je namelijk kunnen kennen van andere shows. Van Pop The Balloon bijvoorbeeld, dat op Netflix uitgezonden wordt. Bij de streamingdienst gaat het echter om de Amerikaanse variant, maar op YouTube kun je ook Nederlandse afleveringen vinden. Met daarin dus Fabio uit De Bondgenoten.
De Bondgenoten-Fabio in Lang Leve de Liefde
Ook in Lang Leve de Liefde kwam De Bondgenoten-Fabio op enig moment langs, in aflevering 140 van seizoen 7. Hij werd gekoppeld aan Daisy, die wilde weten of haar date het spannend vond: “Ik had van tevoren een hele grote mond, ik zei: nou, dit is niet spannend. Maar toen ik hier binnenkwam dacht ik toch wel even: ho, een stukje spanning.” Hij had zijn schildpadden meegenomen: “Ik hou enorm van de natuur en dat soort dingetjes, dus ik dacht: ik neem deze vriendjes mee.” Zijn match reageerde meteen: “O, ik heb thuis vijf slangen.”
Fabio was opgegeven door een vriendin: “Die zei: ja, vriend, je hebt wel een grote waffel steeds, maar er is niemand in je leven…” Er werd echter niet verlengd. “Voor mij is het te verschillend”, aldus Daisy. “En ik denk dat ik heel erg tegen die punten aan ga lopen in een relatie.” Fabio: “In het laatste gesprek merkte ik dat we echt wel flink botsten. Verder was het wel heel gezellig, veel humor, dus dat vond ik heel relaxed. Daarom wilde ik wel verlengen…”
